Verdachten

 

De bankdirecteur gaat naar de kluis en maakt die open. ‘Leeg!’
‘Wat erg', zegt de boekhouder. 'Nu kunnen de mensen niet pinnen.'
‘Ja, en ik vlieg eruit. Dus ga aan de slag. Maak het in orde.’
‘Ik?’ stamelt de boekhouder. ‘Ik weet van niets! Ik zat op de wc! Hoe kan ik nu...’
De bankdirecteur wuift ongeduldig.
‘Verzin een list. Als de boeken maar kloppen.’
‘Eh... mijnheer bedoelt?’
‘Verzin zelf eens iets, man’, snauwt de directeur. Hij knippert met zijn ogen en laat zijn vingers knakken...

Dit voorleesverhaal stopt halverwege. Wie heeft het geld gestolen? De boekhouder? De ontslagen bewaker? Of misschien de hond? Inspecteur Bril hoort alle getuigen en wijst een dader aan. Zo maken kinderen zelf een einde aan het verhaal.

 

 

Lydia Rood