Kinderboekenweek 2007

Dagboek van Lydia

Heel trots ben ik, dat ik het Kinderboekenweekgeschenk mag schrijven. Ik schep er tegen iedereen over op. En daardoor heb ik iets geks gemerkt: niet alle kinderen weten wat het kinderboekenweekgeschenk ís. Gisteren was Stijn de enige in de brugklas die ik bezocht. En die móet het wel weten, want zijn moeder is jeugdbibliothecaris. Alle 29 andere kinderen hadden dus nog nooit een boek gekregen in de Kinderboekenweek!

Uit de kinderen van basisschool het Mozaïek in Delft heb ik een hulpploeg gekozen. Thijs, Joris, Aizo, Wietske, Annelinde en Mitchell gaan het verhaal lezen zoals het er nu ligt. Mijn eerste versie - nee, de tweede, want mijn nichtje Mikkie had de eerste versie al afgekeurd. Opeens merk ik hoe moeilijk het is om zó te schrijven dat heel véél kinderen het mooi vinden...

De hulpploeg van het Mozaïek heeft beloofd heel eerlijk te zijn. Waar ze het niet meer spannend vinden, houden ze op met lezen. Ik krijg dus een manuscript terug met streepjes: tot hier heeft Mitchell het volgehouden... hier vond Joris het niet meer leuk... hier gaf Thijs het op... Natuurlijk hoop ik dat alle streepjes pas aan het eind staan!

Hoe noem ik de hoofdpersoon?

Dinsdag 13 maart: Mikkie en Kleine Witte Veer

Nog niks van de Delftse helpers gehoord. Ik word zenuwachtig. Liesbeth, die al een kwart eeuw mijn uitgeefster is en de beste van allemaal, mailt elke week wel drie keer of ze nu al wat mag lezen. Ze is nieuwsgierig, zegt ze. Ik denk dat ze ook een héél klein beetje zenuwachtig is, of het wel goed komt. Dit is het belangrijkste boekje dat ik ooit bij de uitgeverij heb ingeleverd. Gewoon omdat zo ontzettend veel kinderen het gaan lezen. Een half miljoen misschien wel. Er worden tussen de drie- en de vierhonderd duizend exemplaren gedrukt, maar broertjes en zusjes lezen ook mee. Ik kan geen adem krijgen als ik daaraan denk...

Ik merk dat ik nu al beroemder aan het worden ben. Vroeger voegden een stuk of drie kinderen per dag mij toe aan hun msn-contactpersonen. Voor het weekend waren dat er al een handvol per dag. Maar sinds ik vrijdag met een grote foto in de krant heb gestaan, komen er opeens veertig verzoekjes per dag bij! Ik moet helaas op allemaal nee zeggen. Als ik met al die kinderen zou chatten zou ik nooit meer tijd hebben om te schrijven...

Mijn nichtje heeft me geïnterviewd voor deze website.  Ze stelde grappige vragen. Zoals welk merk kleren ik het liefste draag. En hoe ik op ideeën kom voor verhalen. Mikkie was juist helemaal niet zenuwachtig. Logisch, want ik ben al heel lang haar tante en haar vader en moeder werken allebei bij de televisie. Ik kon merken dat Mikkie veel leest, ze praat zo goed en zo gemakkelijk.

Haar vader, mijn broer Niels, schrijft zelf ook voor kinderen. Hij is nu bezig aan een verhaal over een jonge Indiaan: Kleine Witte Veer. Ook voor hem is Mikkie een proeflezer. En ook voor hem is ze ontzettend streng: 'Nee, papa, dat moet je anders doen, hoor!'
Niels en ik kunnen heel veel leren van Mikkie... ik hoop dat ze niet te snel groot wordt.

Wie is eigenlijk Rooie Stekel?

Woensdag 21 maart: Wytske zet door

Goed nieuws van Het Mozaïek in Delft. Tenminste... Over het begin van het verhaal waren mijn Delfste helpers nog niet zo te spreken. Ze begrepen het niet zo goed. 'Maar', zei Wytske, 'soms moet je even doorzetten.' Ze vond het toch 'een erg spannend boek'. Door mijn kleine werkkamertje suisde een zucht van verlichting!
Ik had, heel gemeen, het einde niet meegestuurd naar Delft. Aiso wil dan ook graag weten hoe het afloopt. Gelukkig, want dat betekent dat hij het écht spannend vindt.
Anne-Linde kón niet verder komen dan bladzijde 60, want ze mocht het maar één dag hebben en ze moest naar bed. Maar ze had liever wél doorgelezen. Ze zegt erover: 'Apart boek, dat maakt het leuk vind ik. Ik vond het leuk om het boek als één van de eersten in Nederland te mogen lezen.'

Dat het begin van het verhaal spannender moest, had ik zelf ook al ontdekt. Ik heb de laatste dagen hard doorgewerkt om dat voor elkaar te krijgen. Mijn hoofd zit nu helemaal vol met alles wat er in het boekje gebeurt. Namen, landkaarten, gebeurtenissen buitelen door elkaar heen. Ik weet precies dat de glijbaantoren paars is en waar het wespennest verstopt zit... Maar als ik in de supermarkt sta met een leeg mandje, vraag ik me vertwijfeld af wat ik daar kom doen!

De hulp van de kinderen van het Mozaïek is me erg goed bevallen. Misschien vraag ik voortaan altijd wel kinderen om iets te lezen vóór ik het naar de uitgeverij stuur. Vooral bij de Drakeneiland-boeken kan ik wel hulp gebruiken. Vrijwilligers, meld je aan!

Midden in de nacht het verhaal naar de uitgeverij gestuurd. Nu weer nagelbijtend wachten wat ze er daar van vinden... Ze hebben trouwens vast een prachtig karton gemaakt voor in de etalages van boekwinkels. Straks zie ik overal mijn eigen kop... zal wel schrikken zijn!

Wat is een glijbaantoren?

Dinsdag 17 april: naam gepikt

Lopen doe ik nou op mijn wenkbrauwen en mijn man vraagt zich af wat hij toch fout doet. Slapen ben ik verleerd en Pasen heb ik overgeslagen. Er was namelijk iets vreselijk misgegaan...
Want toen ik het Kinderboekenweekgeschenk inleverde bij de uitgeverij, bleek het veel en veel te lang. Er moest éénderde uit! En ook leek het ze te moeilijk, dus ik moest meer uitleggen. Daar kon het alleen maar langer van worden...
Doe het maar eens, meer opschrijven en inkorten tegelijk! Na twee weken vloeken en zuchten leverde ik voor het eerst van mijn leven een vierde versie van een verhaal in...

Toen mailde Anne-Marie van de uitgeverij, die altijd kalm blijft als ik tegen de schotten van mijn box begin te trappen:
'Het is wel echt heel heftig wat die jongen overkomt. Maar het boekje is prachtig, zit goed in elkaar en ik hoop dat je het, als je het over een paar maanden in handen houdt, toch heel trots opnieuw zal lezen...'
En ook uitgeefster Liesbeth is er nu heel blij mee. Ze mailde drie uitroeptekens, en dat doet ze anders nooit.
Hèèhè! Gelukt!

Mijn hoofdpersoon heeft een nieuwe naam gekregen. Hij heet nu Corijn. Die naam heb ik gepikt van een echte jongen, die ik laatst ontmoette op een school waar ik kwam voorlezen. Maar die echte Corijn heeft niet zo'n vreselijk geheim als de Corijn in mijn verhaal gelukkig. Tenminste... niet dat ik weet!

Intussen zijn Astrid en Gisèla van het Klokhuis komen praten. We aten paasbrood met kaas in de tuin. De grond was nog nat van de winter en we zakten om beurten met stoel en al in de zomp. Begin mei komt Klokhuis opnamen maken voor een uitzending in oktober! Klokhuis neemt altijd ruim de tijd, daarom zijn de programma's ook zo goed. Ze zijn van plan kleine tekenfilmpjes te maken. Tof!

Een van de lastige vragen van Anne-Marie:

Wat is een hippiestad?

Zaterdag 12 mei: slagroom op de neus van Klokhuis-Bart

'Hiep hiep hoera', mailt Liesbeth, de uitgeefster. 'De CPNB vindt jouw boek een mooi boek!' De CPNB, dat is de stichting die de Kinderboekenweek elk jaar organiseert. Het is een club van boekhandelaren, die natuurlijk zoveel mogelijk boeken willen verkopen. En toch geven ze elk jaar een cadeautje aan de kinderen van Nederland: het Kinderboekenweekgeschenk. De CPNB is dus voor één keer mijn hoogste baas.

Maar zelf begon ik eigenlijk al blij te zijn toen Liesbeth zelf de laatste versie had goedgekeurd. Want ik zit al heel lang bij deze uitgeverij en ik ken de mensen die er werken goed. Zij vertrouwen mij en ik hen, en daarom kunnen we eerlijk tegen elkaar zijn. Slijmen is er niet bij. Dus als Liesbeth zegt: gelukt!, dan ís het gelukt.

Het Klokhuis is hier komen filmen; ook al is de uitzending pas in oktober, ze zijn er graag op tijd bij. Ze wilden mij en presentator Bart (in het echt is hij net zo vrolijk en grappig) in een getekend decor zetten. Dat betekent dat er gefilmd moet worden voor een blauw achtergronddoek. Dat werd op palen gespannen in de tuin.
Maar... hier op Marken waait het altijd, en daar had de Klokhuis-crew niet echt rekening mee gehouden. Elke keer als het allemaal goed stond, en Bart en ik in de startblokken stonden, donderde dat scherm weer om! En als het dan net even windstil was, kwam er een vliegtuig over, of begon de buurman het gras te maaien. Ik zou nooit filmster willen zijn! Het grootste deel van de tijd sta je maar dom te wachten! En de buren intussen maar ginnegappen...

Het grappigste kwam 's middags. Ik ken maar één Corijn, en die is elf, net als de Corijn in het boek, maar dat is toeval natuurlijk. Klokhuis had een jongen van elf nodig om de verhaal-Corijn te spelen in het programma, en ze vroegen of ik iemand wist. Toen hebben we de echte Corijn opgetrommeld. Waarschijnlijk zie je straks alleen zijn achterhoofd. Maar dan is het toch leuk om te weten dat daar echt Corijn zit!
Corijn vond het trouwens helemaal niet erg om filmster te zijn. Hij mocht de hele tijd een computerspel spelen en hij hield er alleen mee op omdat hij een moorkop kreeg. En nog een trouwens. En Bart had slagroom op zijn neus. Maar ik weet niet of ze dat ook uitzenden.

Bart wilde heel graag het Grote Geheim van Corijn weten. Ik heb hem afgeleid met chocolade-ijs. Maar maandag komen ze weer. Ik hoop dat ik zijn slimme vragen dan weer weet te ontwijken!

Wat is het geheim van Corijn?

Vrijdag 3 augustus: verrassingen en geheimen

Marieke van de CPNB kwam met groot nieuws, waar ik al maanden gespannen op heb zitten wachten: van het Kinderboekenweekgeschenk 2007 worden zoveel exemplaren gedrukt, dat één op de vier kinderen er straks een krijgt. Dit jaar worden er ruim dertigduizend meer gedrukt dan vorig jaar. Dat betekent dat het goed gaat met het kinderboek in Nederland. Want het zijn de boekhandelaren die er zo veel hebben besteld. Die rekenen erop dat massa's mensen een boek komen kopen in de Kinderboekenweek. Goed nieuws voor leeskinderen dus.

En voor mij. Want ik krijg vijf cent per boekje. En dat tikt lekker aan bij zulke grote aantallen. Jammer genoeg krijgt de belastingdienst nog veel geld van mij...

Maar het mooiste is dat zo ontzettend veel kinderen nu een verhaal van mij onder ogen krijgen. Wat zou het geweldig zijn als ze zó nieuwsgierig werden, dat ze ook andere verhalen wilden gaan lezen! Smokkelkind bijvoorbeeld, of de serie over Drakeneiland. Het tweede deel, Strijd om Drakeneiland, komt in de Kinderboekenweek uit. En in de Mystery Tour die ik dan door het land maak, speelt het eiland waar alleen kinderen wonen een grote rol. Er is een prachtig boekje bij gemaakt. Toen ik dat boekje zag, wou ik even dat ik een kind was dat de opdrachten mocht doen, in plaats van de schrijver.
Hoewel ik het ook spannend vind om tijdens het Mystery spel verstopt en verkleed in een tent te zitten. Daar ga ik met kinderen geheimen bespreken, héél geheime geheimen. Van kinderen, van mij. We moeten van te voren het tentdoek maar goed controleren op microfoontjes. Want wat in die tent wordt besproken, mag niet naar buiten komen...
Ik heb de tent nog niet gezien. Die blijft ook voor mij een verrassing, tot 2 september, als we hem op de boekpresentatie Manuscripta gaan uitproberen.

Eigenlijk mag niemand het weten, maar ik heb het boekje al gezien. Het Kinderboekenweekgeschenk 2007, met mijn naam erop! Ik voelde me hartstikke trots toen ik het in handen kreeg. Het ziet er precies zo uit als ik had gehoopt, blauw en rood en spannend. De tekeningen, buitenop en binnenin, zijn van Kees de Boer en zijn nog mooier dan ik had gehoopt. De kaart die aan het begin van het verhaal staat, had ik eerst zelf getekend, met kleurpotlood en stift. Kees heeft er een zwart-wit-grijs-versie van gemaakt die er toch uitziet alsof hij gekleurd is, heel wonderlijk is dat.
Ik wou dat het al Kinderboekenweek was. Ik wil het boekje zo graag aan iedereen laten zien... Maar het mag niet. Het is nog een maand geheim.

Welk land staat op de kaart?

Dinsdag 4 september: Kaloeha Dzong en de prinses

Het boekje is geboren! En we noemen het Kaloeha Dzong... Mijn held is gisteren de wijde wereld ingegaan. Het Kinderboekenweekgeschenk 2007 is eindelijk niet meer geheim! Het ziet er prachtig uit, dankzij Kees de Boer, die de tekeningen heeft gemaakt. Je hebt gewoon zin om met Kaloeha op zijn vliegend paard op avontuur te gaan!

Het was een feestelijke dag in het Westerpark in Amsterdam. Er was taart en er waren toespraken, er kwamen fotografen en een echte prinses. En het mooiste was nog dat ik aan tafel zat tegenover Tonke Dragt. Die is al sinds mijn tiende jaar mijn lievelingsschrijfster. Ik ben intussen vijftig en Tonke is dus al behoorlijk oud, maar dat zie je eigenlijk niet aan haar. Zij heeft het prentenboekje voor de Kinderboekenweek gemaakt, samen met Annemarie van Haeringen. En dat is toevallig al heel lang mijn lievelingstekenares.

Ik kreeg het eerste exemplaar aangeboden van Marieke Verhoeven, de kinderboekenbaas bij de CPNB. Toen werd me voor een zaal vol persmensen het hemd van mijn lijf gevraagd door Bibi Dumon Tak (van Laika die naar de sterren vloog) en Edward van de Vendel (die weet wat er rijmt op puree). En daarna moest ik praten met mensen van radio, televisie en kranten. Even voelde ik me ontzettend beroemd! Ik had heel erge honger en dorst, maar er was geen tijd om te eten, want er kwamen allerlei mensen naar me toe om een handtekening. Geen wonder dat heel beroemde mensen nooit dik zijn. Ze komen aan eten gewoon niet toe.

De prinses was prinses Laurentien, die verstand heeft van lezen. Ze kwam in het kraampje van Leopold even kennismaken. Zij en ik kissebisten over de vraag of er over vijftig jaar nog boeken zullen bestaan (dat dacht Laurentien) of dat verhalen op een andere manier zullen worden verteld (dat dacht ik). Na een tijdje heb ik haar maar gelijk gegeven, want dat is zo'n prinses natuurlijk gewend. We waren het over één ding wel eens: dat verhalen, in welke vorm dan ook, altijd zullen blijven bestaan.

O ja, speciaal voor Jeske, Mikkie en alle andere kinderen die van prinsessen houden: Laurentien had geen roze jurk aan met een wijde rok. Gewoon een broek. Maar wel hele mooie oorbellen! Ze kon zo met Kaloeha mee naar Morgana...

Wie weet de weg naar Morgana?

Woensdag 3 oktober: David en andere geheimen

De Kinderboekenweek is eindelijk begonnen! Dinsdagavond plechtig en met veel tromgeroffel geopend door Jörgen Raymann en de band van Ronald Snijders. Ik was een soort eregast op dat Bal, maar mijn entree liep een beetje in de soep. Met mijn nichtje Mikkie aan mijn ene hand en haar zusje Veerle aan de andere schreed ik zo deftig mogelijk de lange, lange trap af. 'Langzamer, Lydia!' zei Mikkie steeds. Maar hoe koninklijk we ook afdaalden, in de hal beneden werden geen nekken gestrekt. Eigenlijk hadden de meesten niet in de gaten dat daar de schrijfster van het Geschenk aankwam, met haar mooie nichtjes natuurlijk.
Voor wie het gemist heeft: Mikkie droeg een spetterend glitter-T-shirt en een vlindermasker en Veerle was zelf een soort vlindertje met een verenmasker. Ik was in rood en blauw met veel glim en glitter, maar mijn gezicht zag je niet. Gelukkig kwamen mijn sluiers nog wel goed uit op het podium, dat zeiden collega- schrijvers later tenminste.

Eigenlijk ging het natuurlijk ook helemaal niet om mij. De Gouden Griffel werd uitgereikt, aan Marjolijn Hof. Jammer genoeg ken ik haar boek Een kleine kans niet, maar misschien kan ik dat vandaag kopen in Utrecht. Op het kinderboekenfeest in het stadhuis ga ik in mijn Geheimentent zitten om met kinderen geheimen uit te wisselen. Gesluierd en wel - maar als kinderen bang voor me worden, doe ik ze af.

Op het Kinderboekenbal was ook Rooie Stekel. Ik kon hem zijn eigen exemplaar van Kaloeha Dzong overhandigen, dat aan hem opgedragen is. Beetje raar, want Rooie Stekel is niet echt een kind meer. Hij steekt twee koppen boven mij uit, ook al is hij mijn neefje. Hij vond het wel gaaf dat het Kinderboekenweekgeschenk het méést voor hem is. Dat is omdat Floris (zo heet hij echt) zelf heel goed is in verhalen bedenken. Soms helpt hij mij als ik het even niet meer weet. Toen hij jonger was heeft hij mij als cadeautje eens een keer een heel boekje cadeau gedaan. Dus het is eerlijk als ik hem nu een boekje teruggeef.

Weer een geheim ontsluierd! Maar ik had ook een nieuw geheim bij me, in mijn schoen. Daarom kon ik niet op blote voeten dansen. Dat geheim vertel ik nooit en aan niemand - behalve misschien verstopt in een verhaal, zoals er ook een geheim van mij verstopt zit in Kaloeha Dzong.
Ook op het Bal: de Grote Meid uit Edam, de hoofdpersoon van mijn nieuwe boek Meisje aan de ketting. Het boek is afgelopen zaterdag door Aart Staartjes aan haar aangeboden.

Trijntje Keever was een Edams meisje uit de zeventiende eeuw dat 2,56 meter werd. Op het feest torende de Grote Meid boven iedereen uit. Maar eigenlijk was ze dezelfde als het mooie meisje met de rode pet dat later met mij danste. Mijn eigen kleine grote meid Roosmarijn! En zo gingen er wel meer maskers af die avond...

Maar er kwam op het Bal ook een raadsel bij: David. Dit stukje is speciaal voor hem, want hij vertelde dat hij elke dag op mijn website komt. Ik durfde hem niet te vragen of hij een fan is. Ik ben te verlegen voor dat soort vragen... Vandaar die sluiers.
En nu: de kinderen in het land! Daar verheug ik me pas echt op!

Bestaat Corijn echt?

Woensdag 10 oktober: een bol vol geheimen

Elke dag toer ik nu door het land: mijn Mystery Tour. Dan doen we in boekhandels of bibliotheken een spel (het Mystery Spel). Er is een enorme puzzel, die als hij af is een kaart van Drakeneiland laat zien. Het filmpje dat het Klokhuis maakte wordt vertoond (heel gek om mijn eigen stem in de verte te horen...). Kinderen moeten aan potjes snuiven om geuren te herkennen (vis! knoflook! Maar de andere zijn lekker). Ze moeten raadsels oplossen in het schriftje dat ze krijgen. En ze komen naar mijn mooie rooie tent.

Kinderen komen me één voor één bezoeken, of soms met hun beste vriend of vriendin. Ik zit op ze te wachten met mijn glazen bol. Als ze binnen zijn, doe ik mijn sluiers af, zodat het makkelijker praat. Ze komen mij hun geheimen vertellen. Soms hebben ze er geen, dan vertel ik een geheim van mij. Erge geheimen zijn daarbij, waarvan ik niet wist dat ik ze had.

Dat helpt mij om me te herinneren dat het niet zo makkelijk is om een kind te zijn. Natuurlijk wist ik dat wel toen ik Kaloeha Dzong schreef. Corijn heeft niet echt een fijn leven. Maar al die geheimen die ik dagelijks hoor, zijn een soort geheugensteuntje. Alle kinderboekenschrijvers zouden een geheimentent moeten hebben. Als opfriscursus. O ja, denk ik telkens, die dingen doe je als kind. O ja, daar was ik ook bang voor. O ja, dat vond ik ook eng. O ja, zo verlegen was ik ook. O ja, dat vond ik ook smerig en o ja, daar moest ik vroeger ook om giechelen...
En ik moet stiekem ontzettend lachen om die ouders die denken dat hún kind alles thuis opbiecht. Echt hoor, ook die brave lieverdjes doen stuk voor stuk stiekeme dingen. Ik denk niet dat iemand het erg vindt als ik hier vertel dat ongeveer iedereen van belletje lellen houdt. Dat heette in mijn tijd belletje trekken maar het is nog even spannend. Snoep pikken doet ook zowat iedereen. Ik heb ook ouders in mijn tent gehad, en die bekenden dat ze óók wel eens het laatste Marsje uit de zak pikken.
Maar de andere, de echte geheimen kan ik niet verklappen. De zielige, de erge en de hele mooie. Die blijven in de glazen bol.

Ik ontmoette een jongen die hetzelfde geheim had als ik vroeger, en een meisje waarmee ik nog steeds een geheim gemeen heb. Opeens hadden we daar in de tent het gevoel dat we niet alléén waren. Daarom schrijf ik boeken, geloof ik. Om van anderen te horen dat ze net zulke rare dingen in hun kop hebben als ik. Om te weten dat je nooit helemáál alleen bent.

Wat is het zieligste geheim?

Lydia Rood